Dank u Schoon

9 juli 2019 - Wald am Arlberg, Oostenrijk

De sneeuw neemt me mee in haar genadeloze vrieskoude omarming. De storm was voorspelt, maar op de een of andere manier dacht ik dat het wel mee zal vallen. Net als dat ik meestal denk dat het met de regen wel mee zal vallen. Of dat het wel mee zal vallen met de boete die je krijgt als je even op de stoep parkeert. Of dat het wel mee zal vallen met mijn toestand als ik nog een paar biertjes extra drink. Dan kom je er dus achter dat het helemaal niet meevalt. De wind die mijn ogen laat huilen, mijn neus bevriest en mijn wangetjes schraal blaast. Waarom ik ook al weer naar deze ijzige kou wilde en ons zachte Hollandse weer maar saai vond kan ik mij even niet herinneren.   

Herr Stoltz opent de deur. Een man van een jaar of 65. Hij is kaal en heeft een doorleefd gezicht. Misschien van sigaretten of alcohol of gewoon genen pech. Hij draagt een wit hemd en in zijn grijze borsthaar hangt een gouden kettinkje met een kruisje eraan. Een hitte golf komt uit het huis en ik stap naar binnen. In mijn beste Duits vertel ik dat ik Iris von die Niederlande ben en dat ik voor de kamer kom. De man begint in het plat Oostenrijks een riedeltje over alle huisregels. Iets met je voeten vegen en de deur op slot, maar meer dan de helft is me ontgaan.' Ja Ja alles Klar, danke schön meneer', zeg ik. Tot slot zegt hij uiterst vriendelijk, als je iets te vragen heb dan klop je maar op mijn deur. Vragen gaat nog wel lukken, denk ik bij mezelf, maar het antwoord begrijpen waarschijnlijk niet. Ik verwacht een klein kamertje met een smal bedje, maar niets is minder waar. Een tweepersoonsbed,  een bank, een grote kast, een wastafel met spiegel en de klapper:  een balkon met uitzicht op de bergen. Het is schoon en warm en heerlijk Oostenrijks met mooie houten balken, grootmoeders kunstwerken aan de muur en op de vloer oude rode tapijtjes. Ik plof opgelucht op het bed neer. Hier kan ik het wel een tijdje uithouden!

"s Avonds ga ik mee het dorp in voor het jaarlijkse Krampus feest. Mensen zijn verkleed als  monsters, duivels en gedrochten. Met vuurballen, kettingen, zwepen en enorme horens op hun hoofd jagen ze iedereen de angst in het lijf. Sommige gaan zo op in hun duivelse waanzin dat ze de zweep ook echt gebruiken. Ook ik kom te dichtbij en krijg een mep met de zweep. Oef auw, dat krijg je ervan als je op een goede foto uit bent. Gelukkig zijn de meeste monsters stiekem best lief. Er is een vuurwerk show, overal branden fakkels en brandstapels en natuurlijk is er gluhwein in overvloed. Een mooie vuurdoop op mijn eerste dagje in Oostenrijk.

En dan moet ik aan die Arbeit. Het skigebied heeft nog wat sneeuw nodig en gaat pas eind van de week open, maar ik mag vast beginnen met het restaurant in richten. Het restaurant heet de Muttjochle, vernoemd naar de berg waar ze op staat en dat is op 2000 meter. Ik moet met 2 skiliften omhoog en gebruik mijn snowboard om weer in het dal te komen. Dat is nog eens  fijn woon-werk verkeer en bovendien nooit file. De Muttjochle heeft een panoramisch uitzicht op de bergen. Ik sta bijna sentimenteel te worden als ik tot de orde van de dag wordt geroepen. Stoelen en tafels worden onder de sneeuw vandaan getrokken, ramen gelapt en drank in de koelkast. De kaart wordt met mij doorgenomen en ik krijg instructies over het serveren en wat ik zal gaan doen. Nog even mijn maat noteren voor de lederhose die ik zal dragen en de dag is alweer voorbij. Volgende week gaan we open en dan begint het echte werk.

De chef schreeuwt, ook in dat heerlijke onverstaanbare Oostenrijkse Deutsch dat ik beter luisteren moet. Zo gaat dat natuurlijk niet roept hij als ik voor de derde keer opnieuw naar een tafelnummer vraag. Het is een herrie in de keuken en hij roept daarbovenuit welke gerechten ik weg moet brengen en waarheen.' Tisch Twoe-nd-twunt.'  'Twoe ehhh wohin?, ' vraag ik. 'Oh, hij zei zwei'.' Zwei-und-zwanzig.'  Alles is nieuw en ik wil natuurlijk mijn uiterste best doen, maar ik moet ook de kans krijgen om even te wennen en te leren. Gefrustreerd en met een diepe zucht bied ik mijn excuses aan en probeer ik de rest van de tijd mijn Oostenrijkse oren open te zetten.
De zon schijnt en het terras zit afgeladen vol met ski vakantiegangers. De stappenteller draait overuren en mijn gezicht en armen sudderen langzaam gaar. Met een berg lege borden in mijn armen gevouwen en nog een leeg glas met mijn pinkie mee gritsend komt mijn collega op me afgelopen.  ' Iris, je moet NU naar de chef komen!'. Als ik de keuken binnen kom ontmoet ik  gemaakt onschuldige ogen, een gemeen lachje en een blik vol met medelijden. Wat is hier nu weer aan de hand? Terwijl ik de poten onder mijn lijf vandaan ren hebben de andere, die Duits als moedertaal hebben, een akkefietje maar even op conto van de Hollanderin gezet. Er is eten naar de verkeerde tafel gebracht (door mij) maar op verzoek van iemand anders om dat even snel mee te nemen naar tafel 10, omdat ik er toch langs liep. Die tafel was dus verkeerd. De volle laag krijg ik van de chef. Ik probeer nog iets te stamelen en uit te leggen, maar hij blijft maar door schreeuwen. En dan ben ik het zat en het enige Duitse woord wat er nog als verdediging in mij komt is jij vieze vuile Arschloch. Ik slik het woord nog net op tijd in en stamp weg uit de keuken. In het Nederlands moppel ik nog iets dat het een klootzak is en dat hij zijn naam, Adolf, zeker eer aan doet. Dat ik morgen ontslag neem en dat ze allemaal de Vinketering kunnen krijgen. Ook die achterbakse wijven. Die morgenochtend weer zeggen dat mijn haar zo mooi is en dat ze zo gek zijn op Hollandse gasten en of we nog gezellig een drankje doen na het werk. En natuurlijk, zwak (of juist sterk?) als ik ben, sta ik de volgende dag weer met een glimlach op het werk en maak grapjes met mijn collega's.

De maanden verstrijken en de achterbakse wijven blijven, maar de chef heeft ze inmiddels ook ontmanteld. Ook heeft hij gezien dat die Hollanderin helemaal zo gek nog niet is en eigenlijk heel hard werkt en snel leert. De wijven hebben inmiddels ook door dat ze mij niet zo makkelijk gek kunnen krijgen. Blij hiermee, maar tot mijn spijt is de aandacht wel overgegaan naar een jongere collega. Een lief Duits meisje dat (nog) gemakkelijk overstuur te maken is. Ik ontferm me als grote zus over haar en we praten veel. Ik probeer de andere collega's te sussen, maar eentje is zo'n vreselijk mens daar kan ik gewoon niet tegen op. De gemeenheid zit bij haar in hart en nieren en daar zijn gevoelige zielen niet tegen opgewassen, omdat die anders in elkaar zitten. Dit vertel ik ook mijn lieve jonge collega. Sommige mensen zijn er nu eenmaal op uit om je uit de tent te lokken en je slechte kant naar boven te halen en als je dan zover gaat, spelen zij het slachtoffer.

We genieten van de ritjes naar beneden. Met de lieve Duitse Juliane snowboard ik elke dag 7 kilometer naar huis. Het is een fijne ontlading aan het eind van een drukke werkdag. Er zijn ook dagen dat het hard sneeuwt, ijzig koud is of dicht bewolkt en mistig. Dan vervelen we ons dood boven op de berg. We poetsen eindeloos, maar de dag gaat veel te traag voorbij. Eerder dicht gaan we nooit, tenzij er een sneeuwstorm is, dan moeten we allemaal gelijk naar beneden. Het gebeurd 3 keer dat de complete berg en alle liften dicht zijn vanwege harde sneeuwstormen en lawinegevaar. Deze 3 dagen kunnen we zelf ook niet skiën dus vervelen we ons thuis. Het dorpje waar we wonen heeft alleen een bushalte. Gelukkig ben ik met de auto in Oostenrijk en kan ik makkelijk naar een ander dorp rijden om boodschappen te doen. Het leven in de bergen is fijn en soms wat eenzaam, maar ik geniet van de constante natuur om mij heen.

Het einde van het seizoen haal ik niet, want er roept een nieuwe baan. Twee weken voor de seizoenssluiting neem ik dan alsnog ontslag. Nu met een stevige handdruk en een bijna smekende chef of ik alsjeblieft volgend jaar terug wil komen. Ik snowboard mijn laatste afdaling, snuif nog eens de frisse berglucht op en rij met mijn lievelingsmuziek op in 10 uurtjes terug naar Nederland. Genoeg tijd om de laatste wintermaanden in gedachten nog eens kort samen te vatten. Ik heb genoten, veel geleerd, veel gesnowboard en mijn vrije tijd met lieve mensen besteedt. Ga ik nog eens terug naar Oostenrijk? Zeker weten! Ga ik nog eens terug naar deze werkplek? Nee, dank u Schoon.

Foto’s

5 Reacties

  1. Ria Harreveld:
    10 juli 2019
    Lieve Iris, heerlijk om weer een verhaal van jou te liezen , heb ik echt wel gemist!
    😍
  2. Corrie van der Heiden.:
    10 juli 2019
    Inderdaad weer een sjeun verhaal. vooral de gedachte aan die vinketering vind ik grappig. ben benieuwd welke weg je nu weer op gaat. dikke knuffel. en tot je volgende avontuur.
  3. Clary:
    10 juli 2019
    Jammer, het was een mooie werkplek. Blijkt maar weer, de mensen met wie je werkt zijn het belangrijkste.
  4. Gijs:
    11 juli 2019
    Mooi verhaal Iris en een ervaring rijker en als je van die vervelende mensen tegen komt moet je maar zo denken: jij bent er op een gegeven moment weer vanaf, maar zelf zitten ze er de rest van hun leven mee ;)
  5. Meta:
    22 juli 2019
    Hoi Iris ik heb weer genoten van je mooie verhaal.
    Ga door met schrijven over je avonturen.
    Geniet van alles. dikke kus meta