Aan de race in Bolivia

2 mei 2017 - Copacabana, Bolivia

Misselijk wordt ik wakker, mijn maag schiet scherpe pijlen mijn darmen in. Gehaast spring ik mijn bed uit en start al misgrijpend naar mijn wc-papier, een sprintje naar het toilet. Waar is mijn wc-papier gebleven, vraag ik aan mijn Nederlandse kamergenote. Weet ik niet, zegt ze, en duikt weg onder de dekens.
Denk niet bij het laatste vel, wie na mij komt die red het wel, was 1 van de vele wijze spreuken bij mijn opa en oma op het toilet. Of: laat hier uw hoop maar varen.
De hoop vaart inmiddels in mijn onderbroek en de volgende golf om te trotseren komt er alweer aan. Ze was te beroerd om zelf wc-papier te kopen, omdat ze het te duur vond. Gebruik maar wat van mij, ik heb een hele rol, bood ik aan. Ik merkte eerder al dat ze oneerlijk en gemeen is en dit verborgen probeert te houden achter een nep glimlach met wat populair gedrag. En nu zet ze me dus weer te kakken. Ik kom op reis niet veel onaardige mensen tegen, maar van dit Hollandse krentje neem ik snel afscheid. Ik vlucht naar de haven in de hoop dat er een eerdere boot terug gaat naar het vaste land. Teleurgesteld laat ik mezelf op een betonnen tafel zakken en val in een lichte slaap, kreunend bij elke pijl die weer wordt afgeschoten. Een stoere meneer Baguette met een vriendelijk laagje Paturain erover houdt de wacht bij mij. Hij praat met wat belegen Fransen en die hebben wel wat pilletjes tegen de hevige diarree. Het helpt en na een dag bijkomen in een fijn hosel heb ik het rotte ei van gister weggewerkt. Ik bedank de lieve Franse Kaasjes voor de hulp. Merci, merci dat u er was.

De dagen op het eiland waren heerlijk. Ik ontmoet de hele Hollandse groep op het kleine bootje richting Isla del Sol. Een eiland op het hoogstgelegen​ meer van de wereld: Lago de Titicaca. Ik ben overdonderd door de schoonheid van het meer en alle eilanden die erin liggen. Alhoewel schoon misschien niet het juiste woord is, want het meer schijnt zwaar vervuild te zijn. Dat verbaasd me niets, want echt overal ligt afval. Het is triest om te zien, maar ik vind het moeilijk om te wijzen naar de mensen die het vervuilen. In Nederland worden we opgevoed om alles in de prullenbak te gooien, vervolgens ruimt iemand anders het alsnog voor ons op. In Bolivia is er niet altijd een gemeente die het ophaalt en moeten mensen zelf maar kijken wat ze met hun vuilnis doen. Als we in Nederland geen systeem voor het vuilnis hadden zouden de straten er ook heel anders uit zien.
Omdat dit meer zo hoog ligt moet ik een uurtje in mijn hempje in de zon nog 4 dagen voelen. De lucht is koud, maar de zon is genadeloos. De hoogte geeft me het gevoel een conditie van een dood paard te hebben. Maar de mooiste uitzichten liggen op de hoogste punten en dus klauteren we langzaam nog wat heuveltjes op. Bolivia maakt indruk op me, ik weet niet precies waarom. Misschien omdat ik geen idee had wat te verwachten en daarom verwachtte ik niet zoveel.

[IMG_5880]

We worden de bus uit gesommeerd. Het is goed om te zien dat ik niet de enige ben die verbaasd is, maar net als iedereen doe ik braaf wat er gezegd wordt. De grote oranje bus gaat op een soort trekschuit het water op en wij worden in een klein bootje met buitenboordmotor naar de overkant gebracht. Een veerdienst, duidelijk. De bus is net zo breed als het houten vlotje waar hij op staat, maar de overkant wordt gehaald en door ons in het roeiboootje ook. We rijden weer verder langs het blauwe meer waar maar geen einde aan lijkt te komen.
Besneeuwde bergtoppen doemen in de verte op. Het is net of ik naar een ansichtkaart kijk, een schilderij op de achtergrond, een decor. Al voorbereid op een grote drukke stad na het idyllische eiland leven ben ik toch erg onder de indruk bij het binnen komen in LaPaz. De huisjes zijn allemaal tegen de bergwand geplakt. Een dorpje, begonnen in de vallei langs de rivier is uitgegroeid tot een enorme stad, waarbij alleen de stijlste verticale rotsen niet bebouwd zijn. Hijgend met mijn backpack, de volle pure smog inademend, ben ik toch blij dat ik na mijn `gezonde` wandeling weer de rustige bergen in mag. De bergen, ik was er al gek op, maar hoe meer ik ervan zie hoe gekker ik er van wordt. Er zal toch wel echt een voor-ouder van mij , van den Berg komen, denk ik.

Het plaatsje Coroico ligt lager, waardoor de temperatuur en het ademhalen een stuk aangenamer is. Onverwacht kom ik terecht in een nationale Feestdag: Dag van de Arbeid. Volgens mijn agenda hebben we dat ook in Nederland, maar ik kan me niet herinneren dat wij hier iets mee doen. Persoonlijk vier ik ook liever een dag zónder arbeid.
Door deze feestdag zijn wel alle hostels vol en al een beetje wanhopig ontmoet ik de Duitse Katrien. We besluiten om onze krachten te bundelen en met de vraag naar een 2 persoonskamer hebben we meer succes. We kennen elkaar net een paar uur, maar duiken `s avonds​ onder dezelfde lakens. Op reis gebeurd dat nu eenmaal een stuk makkelijker. Je ontmoet, maakt snel vrienden en deelt bed, eten en verhalen met mensen die je maar amper kent. Je verlegt je grenzen en je wordt makkelijker, ook omdat het soms niet anders kan. Een koude douche is regelmatig de enige optie, mijn koffiestandaard heb ik sterk naar beneden bijgesteld en mijn broek heb ik al zolang aan dat de eerste vlekken vanzelf weer zijn verdwenen.

Mijn vingers schieten in een lichte kramp, er springen zweet druppeltjes uit mijn voorhoofd en mijn tenen zitten krampachtig in mijn schoenen. De weg is smal, met gaten, water, losse stenen, keien en kuilen. Welke idioot heeft bedacht om in een bijna verticale rots een weg te bouwen. Een idioot die nu heel beroemd is, maar om een noodlottige reden. De weg heeft al heel veel dodelijke slachtoffers gemaakt en draagt de bijbehorende naam, Camino de la Muerte. Milo leidt ons op de mountainbike voorzichtig langs de randen van de afgrond. De vallei is prachtig met nog de vroege morgenwolken, een straaltje zon dat er tussen door piept en de frisse natte groene bomen en struiken. We zijn samen, omdat ik mijn toertje vanuit het kleine berg gehucht heb geregeld. Het is spannend, maar ik vind het prachtig. Ik heb een goede fiets, bescherming en we doen rustig aan, omdat het modderig en glad is. De bescherming heeft weinig nut als je 200 meter naar beneden valt, maar de helm is fijn om het gekletter van de overstekende watervallen op te vangen. Angst​ en schoonheid gaan hier hand in hand. Met de vele kruizen langs de weg wordt ik regelmatig herinnerd aan het gevaar, met als toppunt een autowrak van vorige maand dat nog in de diepte ligt. Een andere gids, zegt Milo, gelukkig had hij geen toeristen aan boord, maar hij heeft het niet overleefd. Het laatste uurtje wordt de weg wat breder en kan het gas erop. Omdat de hele weg downhill is kun je zoveel vaart maken als je wilt. Ik ben inmiddels gewend aan de fiets en bovendien gek op snelheid. Milo doet hier en daar een sprongetje met zijn fiets en ik haal hem stiekem in als ik de kans zie. De dag samen is geweldig. Milo is lief, zorgzaam en vriendelijk. We zijn 2 weken na elkaar geboren en dat maakt hem mijn kleine broertje vandaag. Zeker omdat ie ook echt kleiner is en op de terug weg op mijn schouder in slaap valt. Een dag met een gouden randje.

De nacht ben ik wat onrustig. Het wendt om steeds in een ander bed te slapen, maar ik droom wel veel. Meestal heb ik rare, beschamende, vervelende, maar vooral bizarre dromen. Blijkbaar nodig om alle gebeurtenissen van de dag of het leven verder te verwerken. Deze nacht geeft mij een bijzondere, uitzonderlijk normale mooie droom en ik beschrijf hem aan mijn (ex)vriendje in Australië, waar ik nog vaak aan denk en over wie het gaat.

Usually, as you know, dreams can be very weird, but this night my dream was different and quite realistic.
It was there in a beautiful green field with colorful flowers where I saw you again. You where in your armygreen shorts, the red shirt with the beautiful Indian girl on it and of course your sunhat with a new feather you just found. It was so good to hold you, to huge you and see you. I can really feel the warmth of your body and I can even smell you.I feel my heart is full of happiness and my love for you.
You look happy, here in your beautiful green field. For a moment, everything feels like how it was when I was in Australia. I feel like, I still belong to you, but then I also see that you are alrready happy. You look great and things are going well with you and your loved ones. There is no part of me anymore in this green field. There is only a part of you still in my heart.
You wanted to show me that there is no place for me in this green field, that the green field has new flowers now and that the horses are doing fine. That you, Shannon, the men of my weird dreams and daily thougts, is doing fine. And you are telling me with a gentle voice: Stop dreaming mermaid and do the same. Go back to your own green field and make it grow again. Water the flowers, feed the horses and make it lush and shine. Show the world your green field and stop longing for my one. Open your heart, unchain it and break down your wall. Let the sun into your heart and new flowers wil rise into your field.

Wat dromen dan ook mogen betekenen, deze wijze les aan mezelf, vertelt door de mond van diegene van wie ik het moest horen is misschien eindelijk wel een last goodbye. Liefdesverdriet is hardnekkig, maar dat zijn muggenbulten ook. Je hebt er last van en op een gegeven moment als ze al even weg zijn, besef je pas dat je ze niet meer hebt.